
Welkom op onze website.
Als iemand merkt dat er een kind wordt mishandeld, wordt er een melding gedaan
bij het AMK. Dit kan via de telefoon. Je krijgtdan een iemand aan de lijn met wie je
erover kan praten. Je bespreekt wat er aan de hand is en je zoekt naar een
oplossing. De telefoniste kan advies geven en bespreken wat er gedaan kan worden.
De gegevens van het kind en het gezin worden gergistreerd.
Het AMK kijkt of het kind inderdaad verwaarloosd, mishandeld of misbruikt wordt.
Hierna gaat het AMK een gesprek aan met het kind, de ouders en de mensen in de
omgeving van het kind. Er zal ook een melding plaatsvinden bij de raad van
kindermishandeling.Als de ouders niet willen meewerken wordt de zaak
overgedragen aan de raad van de kinderbescherming. Wat er verder gebeurt
beslist de rechter.
Wie zijn er verder bij betrokken en wat doen hun?
Als ervoor wordt gekozen dat de kinderen verder geholpen worden, zijn er drie mogelijkheden.
Hulpverlening: het overdragen van het gezin naar een of meerdere vormen van hulpverlening of
behandeling.
Bescherming: het overdragen van het gezin aan de Raad voor de Kinderbescherming om aan de
kinderrechter een verzoek voor te leggen voor het treffen van een kinderbeschermingsmaatregel.
Strafrechtelijke vervolging: het doen van aangiften bij de politie indien de veiligheid van het
kind of de ernst van de gemelde feiten daar aanleiding toe geeft.
Hoe en wanneer heeft de rechter een rol?
De rechter heeft een rol wanneer de ouders niet willen meewerken met het AMK.
Wat gebeurd er met het betrokken kind en zijn (pleeg)ouder(s)?
Het AMK probeert in de meeste gevallen samen met de ouders geschikte hulp te vinden.
Wanneer de hulp voor de ouders en het kind op gang is gebracht, draagt het AMK het over aan de
betreffende hulpverleninginstanties en sluiten af.
Welke soorten jeugdzorg kunnen worden ingezet bij een vervolgtraject en welke vorm
heeft in de eerste instantie de voorkeur in een situatie als hierboven?
De verschillende jeugzorgen zijn:
- vrij toegankelijke zorg: kortdurende zorg voor lichtere problemen en verkrijgbaar bij een groot
aantal instellingen. Bijvoorbeeld jonge moeder. Een voorbeeld is Algemeen Maatschappelijke
Werk.
- geïndiceerde zorg: als Bureau Jeugdzorg constateert dat het kind, jongere of gezin specialistische
zorg nodig heeft, wordt de benodigde zorg beschreven in een besluit. Dit besluit geeft de cliënt
recht op hulp. Een voorbeeld is Dagbehandeling of recht echt op een Persoons Gebonden Budget.
- verplichte hulp: via een kinderbeschermings- of jeugdreclasseringsmaatregel kan de kinderrechter
bepalen dat een kind of de ouders ervan zorg moeten aanvaarden.
Ouders
Als ouder zijnde je hulp hebt gezocht en ben je het er mee eens dat u kind naar een pleeggezin gaat noem je dat een vrijwillige plaatsing dan houden de ouders het ouderlijk gezag over het pleegkind en krijgen bijzondere kosten zoals schoolkosten voor de rekeningen van de ouders. Als dit niet het geval is en een kinderrechter de besluit neemt noem je dat een justitiële plaasting.
Ouders hebben het gezag en krijgen begeleiding van Bureau Jeugzorg. Een gezinsvoogd zorgt voor het contact tussen het pleegkind en de ouders van het pleegkind. Ouders zijn verplicht de wensen van de gezinsvoogd te accepteren.
Doordat de kinderrechter voor een onbepaalde tijd de verantwoordelijkheid voor de voeding en ondersteuning van het kind aan iemand geeft ontstaat er een ontheffing of ontzegging uit het ouderlijk gezag en vervalt de onderhoudsplicht..
Jongeren en ouders hebben recht op Jeugdzorg, de hulpverlening moet aan bepaalde voorwaarden voldoen. Een ouder heeft ook recht op snelle hulp over de uithuis plaatsing. De plaatsing moet zo dicht bij huis mogelijk zijn, daar zorg de hulpverlening voor. Ouders hebben recht op begeleiding. Dit wilt zeggen dat de instelling voor pleegzorg de ouders moeten informeren en betrekken bij de zorg. Bureau Jeugdzorg kan ook extra hulp bieden aan ouders die intensieve begeleiding nodig hebben. Ouders hebben recht op informatie, dit is afhankelijk van de leeftijd van het kind. De instelling voor pleegzorg bespreekt vaak hoe het process verloopt met het pleegkind.
Een plciht van een ouder is een bijdrage betalen in de kosten van de hulpverlening. Dit gaat samen met de leeftijd van het kind en het soort zorg dat het kind krijgt.
Er zijn drie vormen van pleegzorg
1. Kortdurende pleegzorg
2. Deeltijd pleegzorg
3. Langdurige pleegzorg
Wat is de wetgeving en wat zijn de procedures?
Pleegzorg is niet zomaar iets makkelijks, het is niet dat je zegt; 'het kind moet bij een pleeggezin!'
en dat het ook meteen gebeurd. Er gaan een procedure van te voren in gang en er zijn eisen waaraan
het kind moet voldoen.
De eisen waaraan een pleegkind moet voldoen om in aanmerking te komen als pleegkind:
· Het pleeg kind is tussen de 0 en 18 jaar. Na hun 23ste kunnen ze terecht op ‘voortgezette hulpverlening.
Dit is vrijwillig, hoewel voor dit een goedkeuring nodig heeft van Bureau Jeugdzorg.
· Jongens of meisjes.
· Heeft vaak opvoed- en opgroeiproblemen en kunnen daarom tijdelijk niet bij hun eigen ouders wonen.
· Mentaal beschadigd.
· Het kind word verwaarloosd, krijgt te weinig te eten of te weinig aandacht.
· Er is telkens weer een conflict tussen ouders en kind.
· Gewone kinderen, met het verschil dat ze vaak veel hebben meegemaakt en tekort zijn gekomen.
Voordat ze naar een pleeggezin gaan, word de thuissituatie eerst onderzocht door Bureau Jeugdzorg.
Eerst word er binnen de familie of bekenden gezocht naar een plek. (Netwerkpleegzorg) Mocht dat
er niet zijn, word er gekeken voor een andere oplossing om het kind bijv. bij een onbekend gezin
(maar wel bekend bij jeugdzorg)te plaatsen. Daarna word er besproken wat de beste oplossing is.
Ook word er gekeken naar welke vorm van pleegzorg het beste voor het kind is. Word het
‘kort verblijf/crisisopvang’, ‘vakantiepleegzorg en weekendzorg’ of een ‘langdurige’ dat hangt helemaal
van de thuissituatie af. Na het besluit van Jeugdzorg word er eerst kennis gemaakt tussen kind en
pleegouders. Als dit goed gaat worden er afspraken gemaakt over het contact tussen de ‘echte’ ouders,
de begeleiding en de evaluatie. Ieder pleeggezin heeft een begeleider (maatschappelijk werker van
de instelling voor pleegzorg). Deze word aangesproken als het gaat om pleegzorgvragen en praktische
zaken. Ook onderhoud hij/zij het contact tussen ‘ouder’ en Bureau Jeugdzorg. Natuurlijk heeft het
pleegkind ook zijn rechten. Net als alle andere kinderen. Zo hebben ze recht om te horen welke
beslissingen er over hun worden genomen. En het recht op hun privacy en contact met de familie.
De pleegouder krijgt ook een vergoeding, het zogenaamde ‘pleegvergoeding’. (Dit heeft totaal geen
invloed op het normale inkomen van de pleegouders.) Het word jaarlijks bepaald door de overheid
hoeveel. De hoogte hiervan ligt aan de leeftijd van het pleegkind.
Contact
Aspasialaan 2
2492 JP Den Haag
The Netherlands
0800- 240 56 86
ninalara97@gmail.com